Brem

 

 

 

 

Cytisus scoparius, de brem die in Nederland inheems voorkomt, is niet de soort brem vanwaar Elia veertig dagen door de woestijn trok.

Dat is waarschijnlijk de witte brem; Retama of Lygos raeta, die vier meer hoog kan worden en heerlijk geurt als de witte bloemen bloeien. De takken worden als snijbloem aangeboden en de wortels worden als houtskool gebruikt.

 

Begin van de veertigdagentijd

 

Elia trekt om zijn leven te redden de woestijn in. Na een dagreis komt hij bij een bremstruik aan en gaat eronder zitten. Zijn gehoor geven aan de stem van God wordt hem teveel en hij verlangt te sterven. Hij valt in slaap onder de bremstruik.

 

Een engel van de HEER wekt hem en zorgt voor voedsel en water om hem te sterken. De engel bemoedigt hem op te staan, te eten en de reis te vervolgen. Hij eet en drinkt maar valt weer in slaap. Opnieuw stoot de engel hem aan en bemoedigt hem nogmaals op te staan. ‘Toen stond hij op, at en dronk, en gesterkt door dat voedsel liep hij veertig dagen en nachten, tot hij de berg van God, de Horeb bereikte, 1 Koningen 19:1-8. De Horeb wordt ook genoemd in het verhaal van Mozes die in een brandende braamstruik begenadigd werd door een Godsverschijning, Exodus 3:2 en opgeroepen wordt om zijn volk uit Egypte te bevrijden.

 

 

 

 

 

.