Deur/Poort
Overgang = scheiding tussen:
– binnen en buiten
– hemel en aarde
– goed en kwaad
- Genesis 18: 3 Zitten voor de ingang is wachten op een teken, zoals Abraham bij de ingang van zijn tent wacht totdat drie mannen hem bezoeken en zijn nakomelingenschap voorspellen
- Ezechiël 1:1 spreekt van een hemelpoort
- Openbaring 4:1 ‘Ik zag een deur in de hemel die openstond’
- De deur is een beeld van het Woord van de Eeuwige, ofwel de toegang naar het goede leven, en wordt verbonden met het beeld van de Goede Herder.
- Johannes 10:2 en Ezechiël 34 Wie door de deur binnenkomt, is de herder van de schapen