‘De bomen hebben wortels
de bomen mogen stevig staan
maar mensen moeten verder gaan.
De bomen hebben wortels
maar mensen gaan voorbij.
Een mens te zijn op aarde
is pijnlijk begenadigd zijn
en zoeken, nooit verzadigd zijn,
is rusten in de aarde
als alles is volbracht.
Hoe zullen wij volbrengen
wat door de eeuwen duren moet
een mens te zijn die sterven moet?
Wij branden van verlangen
tot alles is voltooid’
– Huub Oosterhuis –
Schikking en symboliek
Zonnebloemen staan voor het Licht.
Het pad van mos staat symbool voor de pelgrimage die ieder mens maakt tussen het begin en het afscheid van het leven op deze aarde.
De (mantel)zorg van Moeder aarde wordt weergegeven met hoogten en dalen van bamboe en de gele bloemetjes van de Achillea – een tuinplant met de Nederlandse naam Vrouwenmantel.
‘De mens is als gras’ staat te lezen in Jesaja 40 verzen 6 en 7 – de grassen in deze schikking staan als bomen op de weg.
De mens mag gaan in vertrouwen, in het altijd aanwezige licht van de Ene, de Eeuwige.
Witte steentjes op de zwarte aarde verwijzen naar de de opeenvolging van generatie op generatie.