De scheppingsperiode bevat 7 zondagen, evenveel dagen als het scheppingsverhaal telt.
Symboliek
Maak composities op een, met wit zand bestrooid vlak. Maak voor de verbeelding van het hemelgewelf bogen van takken zoals wilg of van buigzame latten. Laat de bogen bovenaan bij elkaar komen. Bekleed deze met lichtblauw tule.
Verwerk bij iedere schikking het blad van een vingerplant – als scheppende hand van God.
Strooi zand op de voorgrond om een neutrale ondergrond te krijgen waartegen materialen een mooi contrast kunnen vormen of juist elkaar kunnen aanvullen.
Tegen deze achtergrond kunnen per zondag, per scheppingsdag, verschillende materialen of symbolen worden toegevoegd.
Dag 1:
God scheidde licht en duisternis. Het licht noemde Hij dag, de duisternis noemde Hij nacht.
Schikking
Gebruik enkel het witte vlak (zonder gewelf).
Maak een bundel zwarte takken en een bundel witte takken en zet deze aan beide zijden van het blad van de vingerplant.
Dag 2:
God schiep het hemelgewelf, het uitspansel, dat de watermassa onder het gewelf scheidde van het water erboven.
Schikking
Plaats de bogen op de ondergrond. Bekleed ze met lichtblauwe tule.
Hang bovenin de koepel een bal of krans van gipskruid- lucht. Leg onderin een krans opgemaakt met blauwe hortensia – water.
Plaats tussen de lucht en het water het blad van de vingerplant als de scheppende hand.
Dag 3:
God liet het water samenvloeien. Het droge noemde Hij aarde, het samengestroomde water noemde Hij zee. Voorts liet God zaadvormende planten en bomen ontkiemen.
Schikking
Gebruik de hortensia opnieuw maar dan aan één zijde van de schikking. Voor de andere zijde worden potjes of kleine glazen flesjes gevuld met grassen, mos en kleine plantjes.
Het groen kan de hortensia eventueel ook verdelen in twee of zelfs drie delen.
Dag 4:
God schiep de lichten aan het hemelgewelf, zon, maan en sterren als markering voor seizoenen, dagen en jaren.
Het grote licht (de zon) om over de dag te heersen, het kleine (de maan) om over de nacht te heersen.
Schikking
Neem voor het beeld van de zon een grote zonnebloem en gebruik gele Gerbera’s voor de maan.
Germini’s zijn geschikt om als sterren aan het gewelf te bevestigen.
Dag 5:
God liet het water wemelen van levende wezens, en boven de aarde liet Hij vogels vliegen. En God zegende hen, opdat de vogels en de vissen talrijk zouden worden.
Schikking
Beplak piepschuimballen met veertjes en vorm vissen van klei.
Dag 6:
God schiep de landdieren: het vee, kruipende dieren en wilde dieren. Vervolgens besloot God de mens te maken, naar Zijn evenbeeld, om heerschappij te voeren over alle andere schepselen. God schiep eerst de mens (als hem) en in tweede instantie als man en vrouw (hen). Hij zegende ze met de woorden, “Wees vruchtbaar en word talrijk” en heers over de vissen, vogels en alle dieren die op aarde rondkruipen. Aan het eind van deze dag, na de schepping van de mens, staat er “God keek naar alles wat Hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was.”
Schikking
Plaats onder het gewelf 2 beschermende handen en 2 mens-vormen, eventueel gemaakt van karton of gevormd van natuurlijk materiaal.
Gebruik zowel mos en gras als miniplantjes, bijvoorbeeld mini-cactussen, vetplantjes en eventueel een kleine kamerpalm. Zo ontstaat het idee van een (paradijs)tuin.
Dag 7:
Op de zevende dag was Gods schepping voltooid, en rustte Hij. Die dag wordt door God heilig verklaard.
Schikking
Maak een mooie krans van klimop en leg die in het geheel.
Bron tekst:
Wikipedia.org