De weg naar Leven

Jezus gaat een weg van verdriet en vreugde.
Die weg eindigt niet in de dood maar in een nieuw begin.
Jezus’ weg gaat door.

Centraal in de schikking staat een kruis, symbool voor lijden, maar in de christelijke traditie ook voor het opstaan uit lijden. Gaandeweg verandert het kruis deze weken van vorm. Van een Latijns kruis naar een gaffelkruis en tot slot een bloeiend gaffelkruis; de levensboom.

 

 

1e zondag 40-dagentijd
Marcus 1: 12-15  – Veertig dagen in de woestijn 

In de woestijn, verbeeld door zand en stenen, staat het kruis. Op paars doek, de kleur van ingetogenheid en inkeer, waartoe Jezus ons oproept. Het beeld van inkeer is een spiraalvorm van brem in het hart van het kruis. De spiraal beweegt zich van buiten naar binnen. Engelen zorgden voor Jezus, zij worden gesymboliseerd door de witte hyacinten.

 

 

2e zondag 40-dagentijd
Marcus 9: 2-10   Het wonder op de berg

In het hart van het kruis zien we een wolk van gipskruid. Op een verhoging van mos (de berg) 3 witte rozen die staan voor Jezus, Mozes en Elia. De blauw/paarse hyacinten staan voor Petrus, Johannes en Jakobus.

 

 

 

3e zondag 40-dagentijd
Johannes 2: 13-22    Wie maakt me los?

Het kruis staat in een cirkel van wit zand, symbool voor het tempelplein dat door Jezus wordt schoongeveegd met een zweep van touw.
Voor handel en hebzucht, verbeeld door judaspenning, een omgevallen vogelkooi en snoeiafval, is daar géén plaats. Jezus zegt: “Er staat geschreven: ‘Mijn huis moet een huis van gebed zijn, maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt’.
Symbool voor gebed staan er tulpen, de bloembladen staan open naar de hemel.

 

 

4e Zondag 40-dagentijd
Johannes 6: 4-15   Het feest van het eerste brood

Er staat nu een gaffelkruis, een kruisvorm die door de schuin omhoog geheven armen lijkt op de vorm van een levende boom.
Het nu nog dode hout dat lijden en onrecht verbeeldt, wordt langzaam maar zeker een vruchtbare bloeiende boom.
De mand met stukken brood verwijst naar Jezus die breekt en deelt.
Deze 4de zondag van de Veertigdagentijd verwijst al naar het licht van Pasen en daarom is de kleur paars veranderd in roze.

 

 

 

5e zondag 40-dagentijd
Johannes 12: 20-33   Een graankorrel in de grond

Bij het gaffelkruis liggen graankorrels op zwarte aarde, symbool voor het zaad dat gezaaid wordt, sterft en opkomt, om dan veel vrucht te dragen. De korenschoof getuigt hiervan.

 

 

 

6e zondag –  Palmpasen
Marcus 11: 1-11   Hosanna voor de koning

Hoera voor Jezus die als Koning wordt binnengehaald. Het doek is purperrood, een koninklijke kleur. Het gaffelkruis is bekleed met groen als verwijzing naar de palmtakken die voor Jezus op de weg worden gelegd.
De viooltjes symboliseren nederigheid en dienstbaarheid; Jezus rijdt op een ezel en wast later de voeten van Zijn discipelen.

 

 

 

Witte donderdag
Johannes 13: 1-15   Jezus wast de voeten van zijn vrienden

Er ligt een wit kleed. Bij het gaffelkruis zien we een kruik met water, een kom en een handdoek, symbool voor de voetwassing. Symbool voor het Avondmaal een schaal met druiven en matzes. De witte viooltjes zijn een beeld van dienstbaarheid en reinheid.

 

 

 

Goede Vrijdag
Johannes 18-19   Jezus sterft

Op zwart doek ligt een weg van jute naar het kruis als teken van de lijdensweg die Jezus gaat. In het hart van het kruis hangt een doornenkroon. Aan de voet van het kruis staan rode anemonen symbool voor het bloed van Jezus.

 

 

Pasen 
Johannes 20: 1-18  Het wordt Licht!

Wit doek, witte en gele bloemen. Kleuren van feest en licht. Een open graf en de levensboom, het gaffelkruis bloeit!

 

De Heer is waarlijk opgestaan!

 

 

 

 

 

 

.