Vormen
- weg: samen op weg gaan, samen op weg met God. Levensweg. Lijdensweg van Jezus
- boog: Een boog is het teken van het verbond tussen God en de aarde, Gen. 9:13. De regenboog wordt ook als teken van hoop en vrede beschouwd.
- hart: een beeld van liefde, soms ook het beeld voor de ziel
- kruis: het teken van lijden en opstanding van Jezus en het symbool van het christelijk geloof. Het kruis wordt ook gezien als de verbinding tussen hemel en aarde. Er zijn vele varianten op de kruisvorm: andreaskruis, ankerkruis, gaffelkruis, Grieks kruis, hugenotenkruis, Latijns kruis, St.-Anthoniuskruis of Tau-kruis
- anker: teken van hoop en vertrouwen, houvast in de onstuimige zee van het leven
- zon: licht van de Allerhoogste: ook de zon heeft de vorm van de cirkel. Het gezicht van Jezus straalt als een zon bij de gedaanteverandering, Matth. 17:2. Hij is ‘de Opgaande Zon, die verschijnt aan hen die in het duister en de schaduw van de dood gezeten zijn, om onze voeten te richten op de weg van vrede.’ Luc. 1:78-79
- maan: deze verwijst naar het levensritme en bepaald het ritme van eb en vloed. Zij is ook een beeld van de opstanding: na elke nieuwe maan wordt het weer volle maan
- ster: een teken van heil. De stralende morgenster verwijst naar Jezus, Openb. 22:16.- Een vijfpuntster, pentagram, kan naar de vijf boeken van Mozes verwijzen. Maar ook naar de vijf zintuigen van de mens of de vijf wonden van Jezus. -De zespuntster, hexagram, is het symbool van het jodendom.
Een schikking met een vijfpuntster
- cirkel: een cirkel verwijst naar God en symboliseert tevens eeuwigheid en volmaaktheid. Aan een cirkel is geen begin en geen einde. De symboliek gaat over op de krans en de stralenkrans, die op schilderijen met goud ingekleurd wordt rond de hoofden van heilige personen.
- driehoek: een gelijkzijdige driehoek is een verwijzing naar de Drie-ene God
- vierkant: de aarde: men meende vroeger dat de aarde plat en vierkant was, Ezech. 7:2, Openb. 20:8
- achthoek: De symboliek komt van het getal acht, dat verwijst naar de opstanding en herschepping in Christus.
Voorwerpen
aarde, anker,
banier, beker/kelk, berg, boog, brood
deur/poort
ei
honing, hoorn- muziekinstrument en hoorn van overvloed
kleding/stoffen, klei, kroon
ladder, lamp
maatbeker, meetlat, muur
olie/olijfolie
rots
schelp, schip, sleutel, spiegel, staf, steen
vuur
water, weegschaal, wijn
woestijn/zand
zout