Zaaien en maaien

Psalm 126: 3 t/m 6

“Ja, de HEER had voor ons iets groots verricht, we waren vol vreugde.
Keer ook nu ons lot, HEERzoals u water doet weerkeren in de woestijn.
Zij die in tranen ​zaaienzullen oogsten met gejuich.
Wie in tranen op ​weg​ gaat, dragend de buidel met ​zaad,
zal thuiskomen met gejuich, dragend de volle ​schoven.” 

 

 

 

 

‘Wat men hier nu met tranen zaait,
wordt eenmaal met gejuich gemaaid.
Wie ’t zaad draagt dat hij zaaien zal,
gaat wenend voort en zaait het al.
Maar bij het feest der eerstelingen
zal hij verheugd het oogstlied zingen.
Dan keert hij weer te goeder uur
en draagt zijn schoven in de schuur.’

 

Lied 126 vers 3
– Liedboek Zingen en bidden in huis en kerk –

 

 

 

 

 

.